VELDZIJDEPOLDER

geen windmolens in de Veldzijdepolder

VOGELSTERFTE

 

De impact van windturbines op vogelsterfte wordt vaak onderschat. De universiteit van Wageningen laat in een wetenschappelijke publicatie zien dat een 'geringe' vogelsterfte door windmolens een grote invloed kan hebben op de plaatselijke vogelpopulatie van een bepaalde soort. Eén procent sterfte kan resulteren in een afname van de populatie tot 24 procent.

 

Een poosje terug vloog er voor het eerst ineens een Lammergier in Nederland. Vogelliefhebbers waren enthousiast over deze unieke verschijning. Niet veel later werd de Lammergier door een windmolen uit de lucht geslagen. Een vriend van ons heeft deze vogel onderzocht. Het borstbeen was finaal uit de ribbenkast geslagen. Deze enorme vogel was kansloos tegenover een wiekpunt die met 200 tot 300 kilometer per uur aankomt. Vooral grote langzaamvliegende vogels zoals de Zeearenden, andere roofvogels, Lepelaars en Ooievaars hebben veel te duchten van windmolens.

 

stukje uit het rapport van de Universiteit:

 

"Vogels kunnen in aanvaring komen met de rotorbladen van windturbines, met sterfte tot gevolg. Uit onderzoek van Wageningen University & Research blijkt dat de gevolgen van deze extra sterfte op vogelpopulaties onder de huidige normen voor windmolenparken worden onderschat." 

 

"Op basis van deze twee methoden hebben de onderzoekers gekeken hoe de volgens de normen ‘aanvaardbare sterfte’ van invloed is op de populaties van de spreeuw, grutto, bruine kiekendief, lepelaar, ooievaar, visdief en zeearend. De resultaten laten zien dat de populatiegrootte zeer gevoelig kan zijn voor een kleine toename van de sterfte (ESM). In plaats van een verwaarloosbaar effect vonden de onderzoekers dat 1% extra sterfte resulteerde in een afname van 2 tot 24% van het populatieniveau van de verschillende vogelsoorten na 10 jaar. Een verhoging van 5% van de bestaande sterfte resulteerde in een afname van de populaties met 9 tot 77% na 10 jaar, afhankelijk van de soort."

 

U kunt het hele rapport lezen op de website van de Universiteit van Wageningen:

Wageningen - Impact van windturbines op vogelsterfte vaak onderschat

Ooievaars maken regelmatig gebruik van het nest in het Wickelhofpark.

Zij zoeken hun voedsel ook in het zoekgebied Q aan de overkant van de Oosterlandweg.

Scholeksterpaar zoekt voedsel voor hun jongen in de Veldzijdepolder.

Aan het einde van de Padmosweg broedt al een aantal jaren een Scholeksterpaar op het platte dak van een huis. Als er één Scholekster van dat broedpaar uit de lucht wordt geslagen kan dat dus al een serieuse impact hebben op de Scholeksterpopulatie in de Veldzijdepolder.